Author // Merel Categories // Persoonlijk
Ik heb de strijd opgegeven. Sinds gister sta ik op de wachtlijst voor een ablatie. Toen de ritmestoornis begin deze week wéér terugkwam besefte ik dat mijn ontkennende aanpak niet tot succes ging leiden. Het gaat me niet lukken om de ritmestoornis weg te houden door heel hard te gillen dat ie wel weg zal blijven. Alsof ie naar me luistert!
Mijn enige troost is dat, als er complicaties optreden, ik mezelf niet kwalijk hoef te nemen dat ik te makkelijk de stap tot ablatie heb gezet. Dus ik mailde mijn cardioloog. Die direct reageerde, me adviseerde om niet meer te lang te wachten met de ablatie en mijn mail doorzette naar de cardioloog-elektrofysioloog die de ingreep gaat doen en die we al eerder uitgebreid spraken.
Nu is mailen met artsen nog best een dingetje merkte ik deze week, want welke aanspreekvorm gebruik je? Mondeling is het ook niet altijd makkelijk, maar je kunt wat makkelijker switchen en een beetje aftasten.
In het dagelijks leven tutoyeer ik iedereen (uitzonderingen daargelaten natuurlijk). Mijn werkervaring is al van wat langer geleden, maar ik werkte bij een recruitmentbedrijf waar tutoyeren sowieso de norm was (collega’s, opdrachtgevers én kandidaten) en ook bij netwerkbijeenkomsten voor mensen die op een serieus hoog niveau binnen de financiële dienstverlening werkzaam waren werd getutoyeerd. Ik heb het voor de zekerheid nog even bij Joost nagevraagd, maar ook hij tutoyeert iedereen op zijn werk. Ook mensen die hij nog niet kent en ook mensen die in de top van de top zitten.
Artsen vormen voor mij geen uitzondering. Mijn huisarts spreek ik aan met je en jij; mijn tandarts ook. Zij doen hetzelfde bij mij en het zou heel onnatuurlijk aanvoelen als dat anders zou zijn. Maar zodra je de deur van een ziekenhuis doorgaat zijn de regels opeens anders. Ik vind dat eigenlijk maar een vreemde situatie. Daarbij ben ik gepokt en gemazeld en ben door schade en schande wijs geworden.
Ik kan me een gesprek herinneren waar mijn nekharen nog steeds van overeind gaan staan. Het was een paar dagen voor een pacemakerplaatsing en ik zou daarover nog even gebeld worden door de cardioloog die de operatie uit zou voeren. Aan het begin van het gesprek zag ze in mijn gegevens mijn geboortedatum en merkte op dat ik een stuk jonger was dan haar gemiddelde patiënt. En of ze me mocht tutoyeren.
zeg maar jij tegen mij, ik heb een hekel aan u
Nou, natuurlijk. Graag zelfs, want ik hou helemaal niet van dat ge-u en ge-mevrouw. En ik vroeg, naar mijn mening min of meer retorisch, of dat wederzijds was. Waarna ik toch een sneer kreeg dat dát niet de bedoeling was! Ik was begin 30 en niet in staat hier goed op te reageren. De arts in kwestie was trouwens zo’n 10 jaar ouder; niet een schokkend groot leeftijdsverschil naar mijn mening. Gewoon twee volwassenen die een gesprek met elkaar voerden. Maar wat een waanzin om te denken dat ze mij als arts zou mogen tutoyeren terwijl ze wel wilde dat ik haar met u aan zou blijven spreken. Ik was de poli kindercardiologie met mijn 30+ toch al lang ontgroeid!
En dat is dan een arts van wie ik een paar dagen later volledig afhankelijk zou zijn. Ik zou zo graag willen dat artsen zich bewust zijn van de afhankelijkheid en de kwetsbaarheid van patiënten en dat ze zichzelf niet op zo’n lompe manier boven hun patiënten plaatsen.
Ik realiseer me dat er verschillende belangen spelen. Artsen willen blijkbaar afstand terwijl ik gelijkheid en nabijheid probeer te krijgen. Ik wil het contact met een arts eigenlijk zo snel mogelijk persoonlijk maken. Ik wil geen patiëntennummer voor ze zijn. Ik wil dat ze zich mijn lot aantrekken.
Vousvoyeren vind ik kil, afstandelijk en onpersoonlijk en vind ik niet passen bij de behandeling die ik straks moet ondergaan. In feite geef ik de cardioloog de controle over mijn lichaam en mijn leven. Dat doe ik toch liever bij iemand met wie ik een band heb en wie ik vertrouw.
Ik vraag me af waarom normen in ziekenhuizen afwijken van de normen zoals ik ze ken. En wat zijn normen? Normen zijn geen vastgestelde regels. Er staat niets over op papier. Want als ik de mail naar de cardioloog-elektrofysioloog volgens de officiële regels zou doen, zou de aanspreekvorm in de mail ‘weledelzeergeleerde heer’ zijn. Ik denk dat niemand dat van mij verwacht. Daarbij verwacht ik dan ook een mail terug met als aanhef ‘weledelgestrenge vrouwe’ en dat zit er ook niet in neem ik aan.
Dus officiële regels zijn er niet. Slechts sociale normen.
Sociale normen maken we zelf. Door je aan te passen aan een norm bevestig je de norm en verstevig je de norm. Eigenlijk ben je dan zelf ook verantwoordelijk voor de norm.
In feite kun je je niet achter een norm verschuilen. Tegenwoordig hoor je mensen zeggen dat ze zich gedwongen voelen dingen te doen (verre reizen maken), spullen te kopen (mooie auto’s, grote huizen, maar ook merkkleding of nieuwe mobieltjes voor zichzelf of voor hun kinderen) door de sociale norm. Als al je FB-vrienden iets hebben, moet jij het ook hebben. Maar er is niemand die een vuurwapen op je hoofd zet en je dwingt je geld uit te geven. Je doet het echt zelf. Beter zou zijn je rug te rechten en te leren maling te hebben aan die norm. Ongeacht je eigen weerstand en de reacties uit je omgeving.
Hetzelfde geldt voor de communicatie met specialisten. Dat zijn ook normen. Niet in steen gebeiteld. Ze veranderen in de tijd en blijken ook per persoon te verschillen. Daarbij vraag ik me af wie bepaalt wat goed is en wat niet? En wiens belangen wegen zwaarder? Ik ben de persoon die straks geheel weerloos op een operatietafel ligt en uren onder narcose is. Als ik nou, omwille van het vertrouwen en de band, graag wil tutoyeren, is het dan zo’n probleem voor een specialist om daarin mee te gaan?
Dus het was op eieren lopen deze week. Ik moet zeggen dat het nog niet zo makkelijk was. Ik wil niemand voor het hoofd stoten en zeker niet onbeschoft zijn, maar desondanks probeer ik toch een wat informelere toon te vinden die geaccepteerd (en het liefst overgenomen) wordt. Ik ben niet verder gekomen dan ‘Beste mevrouw Indefruitboomgaard’ en ik bleef u.
Jammer, maar ik hou vol. Het was wel een dankbaar onderwerp om mijn hoofd over te breken deze week, want je kunt je maar over één ding tegelijkertijd druk maken. En zolang ik me druk maak over sociale omgangsvormen, denk ik niet aan de ablatie zelf .
Comments (28)
Min of meer
Klote van het ablatietraject. Ik had anders voor je gewenst. X
reply
Merel
reply
Saskia
reply
Merel
En op volgzaamheid kun je mij ook maar moeilijk betrappen ;-).
reply
Mr FOB
reply
Merel
reply
Geldnerd
reply
Merel
reply
Flow
reply
Merel
reply
Emilie Luyckx
reply
Merel
reply
Chrisje Gulickx
reply
Merel
Met mijn eigen cardioloog gaat het inmiddels goed. We delen zelfs wel eens persoonlijke details. Zo weet ik dat hij een hond heeft ;-). En als ik daar wel eens op terug kom heb ik soms zelfs het gevoel dat ie schrikt als ie zich realiseert dat ie zoveel heeft prijsgegeven :-).
reply
Chrisje Gulickx
reply
Merel
Dat afdwingen, dat probeer ik ook. En met mijn huisarts heb ik hetzelfde: ze kent ons Oosterwold verhaal en zij vertelt dan over haar huisje in Friesland. Al is het maar een paar minuten over dat soort dingen praten, maakt dat het contact fijn voelt. Ik moet nu op zoek naar een nieuwe huisarts en dat vind ik echt heel jammer.
reply
Chrisje Gulickx
reply
Mevrouw Money Wenkbrauw
Ik kan me trouwens wel voorstellen dat artsen, en zeker artsen die operaties uit moeten voeren, niet al te betrokken willen raken bij hun patiënten. Je moet toch in zo iemand gaan snijden.
Maar ja, ik denk ook dat het beter is als patiënten op hun gemak zijn en vertrouwen hebben, en ik kan me voorstellen dat tutoyeren daarbij helpt.
Veel sterkte!
reply
Merel
reply
Team CF
En die arts, ach, lekker in haar sop gaar laten koken.
reply
Vlasje
reply
Merel
reply
Ipie
Mijn huisarts van begin 30 noem ik “u” net zoals de verwarmingsmonteur die denk ik nog geen 30 is. Je hebt een werkrelatie en dan is het “u”, net als bij ouderen. Als iemand zelf aangeeft liever een “jij” te willen zijn verander ik het, maar voor een jongere blijf ik dan nog steeds “u”.
Ik heb 5 volwassen kinderen en ik zou me echt schamen als zij tegen een onbekende oudere “je” zouden zeggen. Het is ongepast.
reply
Merel
Hartelijk dank voor uw reactie op mijn blogpost. Ik ben benieuwd waar u de informatie omtrent de regels met betrekking tot tutoyeren en vousvoyeren heeft gevonden, want mijn punt is juist dat dit soort regels aan verandering onderhevig zijn. Zou het kunnen zijn dat uw kinderen u niet vousvoyeren, terwijl u dat bij uw ouders wel deed? En wanneer werd dat precies afgeschaft? Ik neem niet aan dat u een datum kunt noemen.
Dan nog even over de arts in kwestie. Ik heb geen geboortedatum van hem kunnen vinden, maar als hij niet pas op zijn 24e aan de studie geneeskunde is begonnen, is hij jonger dan ik. Dus zou ik hem moeten vousvoyeren op basis van het feit dat hij arts is. Terwijl mijn huisarts dat vousvoyeren weer helemaal niet van mij verwacht (dezelfde werkrelatie). Ingewikkeld vind ik het dus. En met mij meerdere mensen zoals u bij bovenstaande reacties kunt lezen.
Hoogachtend, mevrouw Indefruitboomgaard
reply
Ipie
Het is zeker dat regels aan verandering onderhevig zijn. Verandering is echter niet altijd verbetering.
Ik heb mijn ouders nooit getutoyeerd en mijn kinderen mij ook niet. Mijn schoonouders echter wel totdat zij aangeven dat ik hen mocht vousvoyeren.
Ik vind niet dat je de arts moet tutoyeren omdat hij arts is, maar omdat je een werk-klantrelatie met hem hebt. Ieder beroep verdient respect, niet alleen een beroep waar je lang voor gestudeerd hebt. Als er een persoonlijker band ontstaat, kan één van beiden voorstellen om elkaar wederzijds te tutoyeren.
Het is een ingewikkelde zaak zonder vaste regels. Ik denk dat men in iedere situatie moet bekijken wat voor beiden prettig voelt.
reply
Merel
Maar desondanks hartelijk dank voor je/uw (ik ben de kluts kwijt) reacties.
reply
Ipie
reply
Mevrouw Money Wenkbrauw
reply